verloskundige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verloskundige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·los·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

verloskundige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verloskundig
enkelvoud meervoud
naamwoord verloskundige verloskundigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deverloskundigev/m

  1. (beroep) (medisch) iemand bekwaamd in de hulp bij geboortes
    • Is de verloskundige al geweest? 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verloskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.