verongelijkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verongelijkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·on·ge·lijkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verongelijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend
onverbogen verongelijkt
verbogen verongelijkte
partitief verongelijkts

Bijvoeglijk naamwoord

verongelijkt [2]

  1. boos door vermeend onrecht
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verongelijken

verongelijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken
    • Jij verongelijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken
    • Hij verongelijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verongelijken
    • Verongelijkt! 
vervoeging van: verongelijken…
verbogen vorm: verongelijkte

verongelijkt

  1. voltooid deelwoord van verongelijken

Gangbaarheid

  • Het woord verongelijkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie. (echter niet als bijv. naamwoord)
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.