verongelijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verongelijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·on·ge·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ongelijk met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en

Werkwoord

verongelijken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verongelijken
verongelijkte
verongelijkt
zwak -t volledig
  1. onrechtvaardig behandelen
    • Gijsje:
      Laat ons dezen twist beslechten,
      Door eens moedig saam te vechten.
      Klaasje.
      'k Wil niet: 'k heb geen lust in slaan
      Maar laat ons naar vader gaan;
      'k Wil u niet verongelijken;
      Vader mag het vonnis strijken. [2]
       
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verongelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.