verongelukken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verongelukken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·on·ge·luk·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verongelukken
verongelukte
verongelukt
zwak -t volledig

Werkwoord

verongelukken

  1. ergatief bij (tot personen) een ongeluk om het leven komen
    • Hij is op weg in de Alpen verongelukt. 
     Elk jaar verongelukken er gemiddeld 3 hikers op de PCT.[1]
  2. (figuurlijk) mislukken, niet goed terechtkomen
    «Je kan wel zeggen dat hij verongelukt is.»
    Hij heeft niets bereikt van wat hij beoogde.
  3. (voertuigen) onbruikbaar worden door een ongeluk
    • Bij een kettingbotsing zijn gisteravond tien auto's verongelukt. 
Synoniemen
Opmerkingen
  • [1] een ongeluk hebben.
een persoon is aangereden, maar leeft nog.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verongelukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.