vertrouwd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vertrouwd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·trouwd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vertrouwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vertrouwdvertrouwdervertrouwdst
verbogen vertrouwdevertrouwderevertrouwdste
partitief vertrouwdsvertrouwders-

Bijvoeglijk naamwoord

vertrouwd [1]

  1. op de hoogte van, bedreven in
  2. met wie men intiem omgaat
  3. wat men gewend, gewoon is
  4. waarop men vertrouwen kan

Bijwoord

vertrouwd

  1. waarop men vertrouwen kan
     Ik kon niet alles goed volgen, maar het monotone geluid van stemmen om mij heen voelde veilig en vertrouwd.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: vertrouwen…
verbogen vorm: vertrouwde

vertrouwd

  1. voltooid deelwoord van vertrouwen

Gangbaarheid

  • Het woord vertrouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.