vervuiler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vervuiler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·vui·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervuiler | vervuilers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de vervuiler m
- (economie) degene die of het bedrijf dat vervuilt
- het principe moet zijn: de vervuiler betaalt
- Het Wereld Natuur Fonds (WNF) zegt dat het in Madrid aan de politieke wil ontbrak om ‘iets aan de klimaatverandering te doen’. “De onderhandelingen werden gegijzeld door de grootste vervuilers,” doelt WNF in een verklaring op een aantal landen als China, de Verenigde Staten, India en Brazilië. [3]
Gangbaarheid
- Het woord vervuiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervuiler" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ vervuiler op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.parool.nl (15 dec 2019)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.