verwijl
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verwijl (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈwɛil / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ver·wijl
Woordherkomst en -opbouw
- zn: naamwoord van handeling van verwijlen ww (zonder -en) [1]
- ww: verwijlen ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verwijl | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het verwijl o
- (formeel) uitstel, pauze, onderbreking, opschorting, vertraging
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwijlen |
verwijl
Gangbaarheid
- Het woord verwijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwijl" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.