verzolen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzolen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·zo·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zool met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzolen
verzoolde
verzoold
zwak -d volledig

Werkwoord

verzolen overgankelijk

  1. (leerbewerking) de zool van een schoen vervangen
    • Ik heb deze schoenen laten verzolen. 
  2. (techniek) het loopvlak van een autoband vervangen
    • Er waren nog enkele verzoolde achterbanden te koop. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verzolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.