vierdaagse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vierdaagse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vier·daag·se
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
vierdaagse
- verbogen vorm van de stellende trap van vierdaags
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vierdaagse | vierdaagsen vierdaagses |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de vierdaagse m
- (sport) sportieve tocht verdeeld over vier achtereenvolgende dagen
- ▸ Een bloemenkweker uit het Gelderse Heumen zit met 300.000 gladiolen in zijn maag. De bloemen waren bedoeld voor deelnemers aan de Nijmeegse Vierdaagse, maar die is vanwege de coronacrisis afgelast.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- Vierdaagse Zeeslag
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vierdaagse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kweker heeft 300.000 gladiolen over door afgelasting Vierdaagse” (2 juni 2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.