vlog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlog
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlog | vlogs |
verkleinwoord | vlogje | vlogjes |
Zelfstandig naamwoord
vlog o m
- (media) een internetdagboek (variant van een weblog), waarbij het grootste deel van de inhoud bestaat uit videobeelden
- Elke week zetten we een vlog (videoblog, red.) van tien minuten online. Binnenkort ga ik een video maken met babyfilmpjes van onze kinderen. Ik heb vanaf hun geboorte bijna dagelijks films en foto’s van ze gemaakt. Ik vind het leuk om aan de fans te laten zien hoe groot ze zijn geworden.” [1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vloggen |
vlog
Gangbaarheid
- Het woord vlog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Trouw Babette Rijkhoff- 12:14, 31 maart 2018 Het succes van de familievloggers: 'We hebben een tijdje met de gordijnen dicht geleefd'
Engels
Uitspraak
- Geluid:
enkelvoud | meervoud |
---|---|
vlog | vlogs |
Woordherkomst en -opbouw
vlog
- (media), (communicatie), (internet) vlog
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to vlog |
he/she/it | vlogs |
verleden tijd | vlogged |
voltooid deelwoord |
vlogged |
onvoltooid deelwoord |
vlogging |
gebiedende wijs | vlog |
Werkwoord
vlog
- onovergankelijk (media), (communicatie), (internet) vloggen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.