vlotten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vlotten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvlɔtə(n)/
Woordafbreking
  • vlot·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vlotten
vlotte
gevlot
zwak -t volledig

Werkwoord

vlotten

  1. voortgang maken
     Omdat Montebello, wie niets ontging, moet hebben gemerkt dat de conversatie niet wilde vlotten, begon hij uit zijn hoofd in het Frans poëzie te citeren, waarvan ik vermoedde dat het haar woorden waren.[2]
  2. voortdurend geleidelijk veranderen
  3. in de vorm van een vlot naar een andere plaats brengen
  4. drijven
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

devlottenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vlot

Gangbaarheid

  • Het woord vlotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Middelnederlands

Werkwoord

vlotten

  1. drijven, varen
  2. vloeien
  3. over het water vervoeren
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.