voldroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voldroeg    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɔlˈdrux/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vol·droeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voldragen

voldroeg

  1. enkelvoud verleden tijd van voldragen
    • Ik voldroeg. 
    • Jij voldroeg. 
    • Hij, zij, het voldroeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'voldroeg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.