voorbijvliegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorbijvliegen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·bij·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
voorbijvliegen
vloog voorbij
voorbijgevlogen
klasse 2 volledig

Werkwoord

voorbijvliegen [1]

  1. onovergankelijk snel voorbijgaan (al dan niet vliegend)
    ▸ Ik ben duidelijk geen waaghals maar, bedacht ik ineens, als je niet uitkijkt vliegt het leven voorbij zonder dat je het door hebt.[2]
    ▸ De eerste vijf maanden waren probleemloos voorbijgevlogen, maar nu mijn thuiskomst naderde was hij er wel klaar mee, papa moest naar huis komen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord voorbijvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 1 2
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.