voorkoken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorkoken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·ko·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorkoken
kookte voor
voorgekookt
zwak -t volledig

Werkwoord

voorkoken [1]

  1. overgankelijk (kookkunst) koken voor de eigenlijke bereiding
  2. overgankelijk (figuurlijk) (informeel) een voorbereidende behandeling geven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorkoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.