voorlopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorlopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vorlopən/, /fo:lopə/
Woordafbreking
  • voor·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorlopen
liep voor
voorgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

voorlopen

  1. voorop lopen
    • Bij een begrafenis is het traditie dat de uitvaartleider de stoet voorloopt. 
    • Door telkens te vernieuwen kan een bedrijf blijven voorlopen op concurrenten. 
  2. te snel lopen (van een uurwerk)
    • Mijn horloge loopt voor. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord voorlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.