voortbewogen

Uitspraak

• Geluid:  voortbewogen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voort·be·wo·gen

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van voortbewegen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van  voort bw  en  bewogen ww 

Werkwoord

voortbewogen

1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voortbewegen
   

   • ...dat wij voortbewogen. 
     
   • ...dat jullie voortbewogen. 
     
   • ...dat zij voortbewogen. 

2. voltooid deelwoord van voortbewegen

Gangbaarheid

• Het woord voortbewogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.