voortspruiten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voortspruiten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voort·sprui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voortspruiten
sproot voort
voortgesproten
klasse 2 volledig

Werkwoord

voortspruiten [1]

  1. voortkomen, voortvloeien
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voortspruiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.