voorzienig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorzienig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·zie·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van voorzien met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen voorzienigvoorzienigervoorzienigst
verbogen voorzienigevoorzienigerevoorzienigste
partitief voorzienigsvoorzienigers-

Bijvoeglijk naamwoord

voorzienig [1]

  1. vooruitziend, voorzichtig
Hyponiemen
  • alvoorzienig
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord voorzienig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.