voorzitterschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorzitterschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·zit·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van voorzitter met het achtervoegsel -schap[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorzitterschap | voorzitterschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het voorzitterschap o
- het voorzitter zijn
- periode dat iemand voorzitter is
Hyponiemen
- duovoorzitterschap, EU-voorzitterschap, partijvoorzitterschap, raadsvoorzitterschap
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord voorzitterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.