vorser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vorser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vor·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wetenschappelijk onderzoeker’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
  • Naamwoord van handeling van vorsen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vorser vorsers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devorserm [3]

  1. (beroep) iemand die vorst, een wetenschappelijk onderzoeker
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord vorser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.