vrijelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvrɛijələk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vrij·e·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van vrij met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Bijwoord

vrijelijk

  1. op vrije wijze, ongehinderd
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrijelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.