vrijstelling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijstelling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvrɛistɛlɪŋ/
Woordafbreking
  • vrij·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijstelling vrijstellingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devrijstellingv

  1. het vrijstellen of vrijgesteld zijn
  2. (juridisch) eigen risico bij verzekering
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • dividendvrijstelling, rentevrijstelling, stamrechtvrijstelling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrijstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.