vuurspuwer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuurspuwer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vuur·spu·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurspuwer vuurspuwers
verkleinwoord vuurspuwertje vuurspuwertjes

Zelfstandig naamwoord

devuurspuwerm [1]

  1. (beroep) artiest die vuur uit zijn mond laat komen, vaak ook iemand die brandende toortsen kan doven in zijn mond
    • De vuurspuwer geeft een zeer spectaculaire voorstelling met grote vlammen, maar het lijkt mij vooral een heel gevaarlijk vak vooral als je het nog moet leren. 
    • Armin, gekleed in een zilveren trainingsjasje staat als zonnekoning in wisselende decors van wervelende dansers, vuurspuwers en muzikanten, onder wie hiphopproducer en zanger Mr Probz en trompettist Eric Vloeimans. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vuurspuwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.