wandeldek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandeldek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wan·del·dek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandeldek wandeldekken
verkleinwoord wandeldekje wandeldekjes

Zelfstandig naamwoord

hetwandeldeko

  1. (scheepvaart) een dek op een schip waarop passagiers rond kunnen lopen
    • Op het wandeldek kan men van de boeg naar het roer lopen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wandeldek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.