wanschapen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wanschapen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wan·scha·pen
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen wanschapenwanschapenerwanschapenst
verbogen wanschapenste
partitief wanschapenswanschapeners-

Bijvoeglijk naamwoord

wanschapen [2]

  1. in strijd met de goede vormen en normen
     In weer een andere brief kregen we de volgende historische puntenverdeling aangereikt, toen de preek ging over de val in het paradijs: 1) valbaar geschapen, 2) herstelbaar gevallen, 3) onvalbaar hersteld. Dat doet denken aan een van de vele boeken van Willem Teellinck, waarvan de titel luidt: ”Adam rechtschapen, wanschapen, herschapen”.[3]
  2. gebrekkig geschapen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • wanschapenheid
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wanschapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. wanschapen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron
    J. Mastenbroek
    “Drie punten aan de steek” (18-12-2008), Reformatorisch Dagblad
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.