waskleurig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waskleurig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- was·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van was zn en kleurig bn
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | waskleurig | waskleuriger | waskleurigst |
| verbogen | waskleurige | waskleurigere | waskleurigste |
| partitief | waskleurigs | waskleurigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
waskleurig [1]
- een lichte, bleke, gele kleur hebbend
- ▸ Hij zit de bas uit op het puntje van zijn stoel, de maten aftellend. Nu moet ze... Maar opnieuw betreedt het waskleurige meisje de lichtkring. Ze zingt even beroerd als ze eruitziet.[2]
Gangbaarheid
- Het woord waskleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sarah van der Maas“Vox Christi – kerstverhaal van een kinderstem in oorlogstijd” (25 december 2018), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.