kleurig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleurig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van kleur met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kleurigkleurigerkleurigst
verbogen kleurigekleurigerekleurigste
partitief kleurigskleurigers-

Bijvoeglijk naamwoord

kleurig [1]

  1. een kleur hebbend (gekleurd) of een verscheidenheid aan kleuren vertonend
  2. beeldend
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • kleurigheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.