watch

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  watch (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɑːtʃ/
enkelvoud meervoud
watch watches

Zelfstandig naamwoord

watch

  1. horloge
  2. bewaking, wacht
vervoeging
onbepaalde wijs to  watch 
he/she/it  watches 
verleden tijd  watched 
voltooid
deelwoord
 watched 
onvoltooid
deelwoord
 watching 
gebiedende wijs  watch 

Werkwoord

watch

  1. overgankelijk bekijken, gadeslaan
  2. onovergankelijk toekijken
  3. onovergankelijk de wacht houden
  4. onovergankelijk niet naar bed gaan, opblijven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.