webadres
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: webadres (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛpɑdrɛs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- web·adres
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van web en adres
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | webadres | webadressen |
verkleinwoord | webadresje | webadresjes |
Zelfstandig naamwoord
het webadres o
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord webadres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.