weekheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • week·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weekheid weekheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deweekheidv

  1. het week zijn
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weekheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.