weesmeester

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weesmeester    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wees·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weesmeester weesmeesters
verkleinwoord weesmeestertje weesmeestertjes

Zelfstandig naamwoord

deweesmeesterm

  1. de directeur van een weeshuis
  2. iemand die lid is van de weeskamer en over de wezen voogdij heeft
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.