wegdoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegdoen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛɣ.dun/
Woordafbreking
  • weg·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegdoen
deed weg
weggedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

wegdoen

  1. overgankelijk: niet langer behouden
    • Ga jij die troep nu eindelijk eens wegdoen? 
  2. overgankelijk: zich ontdoen van
  3. overgankelijk: uitwissen, uitvegen
  4. overgankelijk: wegbrengen
  5. (informeel), (economie) overgankelijk: (m.b.t. personeel) ontslaan

Gangbaarheid

  • Het woord wegdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.