wegel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • we·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegel wegels
wegelen
verkleinwoord wegeltje wegeltjes

Zelfstandig naamwoord

dewegelm [3]

  1. (verouderd) pad, weggetje

Gangbaarheid

  • Het woord wegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.