weggooizakdoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weggooizakdoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weg·gooi·zak·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weggooizakdoek weggooizakdoeken
verkleinwoord weggooizakdoekje weggooizakdoekjes

Zelfstandig naamwoord

deweggooizakdoekm

  1. een zakdoek om slechts één keer te gebruiken en daarna weg te gooien
    • De man gebruikte een weggooizakdoek om zijn neus te snuiten. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.