welgezindheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: welgezindheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wel·ge·zind·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welgezindheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de welgezindheid v
- de mate van gunstig gestemd zijn over iets of iemand; er vertrouwen in hebben
- Liefde betekent diepe acceptatie van en genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander, of eventueel zichzelf. Het kan ook betrekking hebben op een dier, zaak of voorwerp. [2]
- Het offerritueel was het moment waarop de stam samenkwam om de welgezindheid van de goden te verwerven. [3]
Synoniemen
Antoniemen
- onwelgezindheid, vijandigheid, haatdragend
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord welgezindheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Wikipedia Liefde
- ↑ Wikipedia Vedische tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.