wellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wellen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ʋɛlə(n)/
Woordafbreking
  • wel·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘laten koken, verhitten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1476 [1]
  • In de betekenis van ‘opborrelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wellen
welde
geweld
zwak -d volledig

Werkwoord

wellen

  1. iets in water leggen om het zachter te maken
    • Nu die aardappels geweld zijn, zijn ze makkelijker te schrappen. 
  2. een vloeistof tot even onder het kookpunt verhitten, bijna laten koken
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dewellenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wel

Gangbaarheid

  • Het woord wellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.