geweld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geweld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·weld
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘uiting van macht of kracht’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • Naamwoord van handeling van Middelnederlands walden heersen met het voorvoegsel ge- en ablaut [2]
  • vervoeging van wellen: de stam met omvoegsel ge- -d
enkelvoud meervoud
naamwoord geweld -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgeweldo

  1. elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen, goederen of zaken
    • Hij is door geweld om het leven gekomen. 
    • Driekwart van de kinderen van 2 tot 4 jaar heeft thuis te maken met een vorm van geweld, schrijft Unicef in een rapport [3] 
  2. woeste niet te temmen kracht
     Het pad slingerde steeds dieper het dal in tot aan een woeste rivier. Ik had zelden zo’n enorme hoeveelheid water gezien. Bruisend en met een enorm geweld stortte het zich het dal door.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: wellen…
verbogen vorm: gewelde

geweld

  1. voltooid deelwoord van wellen

Gangbaarheid

  • Het woord geweld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.