wenteling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wenteling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛntəlɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wen·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wenteling wentelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewentelingv

  1. draaiing naar een omgekeerde positie
    • Normaal is zo’n verbinding star, maar een puls ultraviolet licht kan de dubbele band verzwakken waardoor een rotorblad een halve wenteling kan maken. Na twee lichtpulsen is de draai compleet.[2] 
  2. (figuurlijk) overgang naar een tegengestelde positie
    • Opnieuw bewijst de theatermaakster haar goede neus voor sterke verhalen. Maar haar documentaire vertelvorm begint ook een trucje te lijken, met een wenteling halverwege en een uitgesproken tegenstem.[3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wenteling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC L. Brouwers 5 oktober 2016
  3. NRC J. Beeckmans 26 februari 2016
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.