winti

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winti    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪnti/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • win·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Sranantongo, in de betekenis van ‘tussengod’ voor het eerst aangetroffen in 1770 [1]
  • van Surinaams winti [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord winti winti's [1.]
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewintim

  1. (religie) bovennatuurlijk wezen dat zich snel als de wind kan verplaatsen
  2. (religie) natuurgodsdienst onder zwarte Surinamers waarin contact met winti's [1.] een grote rol speelt
  3. (religie) bezeten zijn door een winti [1.]

Gangbaarheid

  • Het woord winti staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
39 %van de Nederlanders;
2 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Surinaams

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

winti

  1. wind
  2. (religie) bovennatuurlijk wezen dat zich snel als de wind kan verplaatsen
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.