wis af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wis af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wis af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afwissen

wis af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwissen
    • Ik wis af. 
  2. gebiedende wijs van afwissen
    • Wis af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwissen
    • Wis je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord wis af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.