wispelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wispelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wis·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wispelen
wispelde
gewispeld
zwak -d volledig

Werkwoord

wispelen

  1. schudden, kwispelen [3]
  2. lispelen [4]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'wispelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.