wisseling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wisseling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wis·se·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisseling | wisselingen |
verkleinwoord | wisselingetje | wisselingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de wisseling v [2]
- het wisselen, de ruil, verruiling
- het overgaan van de ene in de andere bijv. eeuwwisseling
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord wisseling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wisseling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.