witgekalkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  witgekalkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wit·ge·kalkt
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen witgekalkt
verbogen witgekalkte
partitief witgekalkts

Bijvoeglijk naamwoord

witgekalkt [1]

  1. met kalk wit gemaakt
     Barwa Barahat al Janoub doet troosteloos aan. Er staan enkel dezelfde betonnen appartementen, allemaal driehoog en witgekalkt, voorzien van grote letters en nummers om niet te verdwalen in de eentonigheid.[2]
     In de fietsenstalling onder het Werkplein aan de Brammelerstraat staan twee installaties met projecties op de witgekalkte muren.[3]


Verwante begrippen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord witgekalkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Eline de Zeeuw
    “Argentijnse fans gaan vol voor WK: 'Sommigen verkochten hun huis om erbij te zijn'” (Donderdag 8 december 2022, 20:49), NOS
  3. Weblink bron “Bang, boos, vrolijk en verdrietig” (11-07-2008), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.