witte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  witte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wit·te

Bijvoeglijk naamwoord

witte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van wit
     Ik liep op een tapijt van kleine witte en roze bloemen en kon mijn geluk niet op.[1]
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
witten

witte

  1. enkelvoud verleden tijd van witten
    • Ik witte. 
    • Jij witte. 
    • Hij, zij, het witte. 
  2. aanvoegende wijs van witten

Gangbaarheid

  • Het woord witte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.