wittekool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wittekool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wit·te·kool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wittekool wittekolen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewittekoolv/m

  1. (bloemplanten) sluitkoolgewas Brassica oleracea var. capitata  dat lichtgroen tot wit van kleur is
    (wikidata: wittekool )
  2. (groente) rauwe of gekookte bladeren van Brassica oleracea var. capitata 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wittekool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord wittekool wittekolen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wittekool

  1. (plantkunde)(groente) wittekool, witte kool; een sluitkoolgewas dat lichtgroen tot wit van kleur is
Synoniemen

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord wittekool wittekolen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wittekool

  1. (plantkunde)(groente) wittekool, witte kool; een sluitkoolgewas dat lichtgroen tot wit van kleur is
Schrijfwijzen
  • witte kool
  • Wittkohl
Synoniemen
  • boezenkool
  • busekool
  • kabbes
  • kabbeskool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.