woninginrichter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woninginrichter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wo·ning·in·rich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woninginrichter | woninginrichters |
verkleinwoord | woninginrichtertje | woninginrichtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de woninginrichter m
- (beroep) iemand die een woning inricht, meestal voor iemand anders
Gangbaarheid
- Het woord woninginrichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.