wonnen af

Uitspraak

• Geluid:  wonnen af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• won·nen af

Woordherkomst en -opbouw

• uit wonnen (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

wonnen (...) af

1. meervoud verleden tijd van afwinnen
   

   • Wij wonnen af. 
     
   • Jullie wonnen af. 
     
   • Zij wonnen af. 

Gangbaarheid

• Het woord 'wonnen af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.