woordpaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woordpaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woord·paar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordpaar woordparen
verkleinwoord woordpaartje woordpaartjes

Zelfstandig naamwoord

hetwoordpaaro

  1. twee woorden die op een of andere manier bij elkaar horen of op elkaar lijken

Gangbaarheid

  • Het woord woordpaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.