woordpaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woordpaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- woord·paar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordpaar | woordparen |
verkleinwoord | woordpaartje | woordpaartjes |
Zelfstandig naamwoord
het woordpaar o
- twee woorden die op een of andere manier bij elkaar horen of op elkaar lijken
Gangbaarheid
- Het woord woordpaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.