zaklopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaklopen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zak·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zaklopen
-
-
onvolledig

Werkwoord

zaklopen

  1. (spel) een spel waarbij men zich tracht voor te bewegen met de benen in een baalzak
    • De kinderen vermaakten zich uitstekend bij het zaklopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaklopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.