zangbrilvogel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zangbrilvogel    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zang·bril·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zangbrilvogel zangbrilvogels
verkleinwoord zangbrilvogeltje zangbrilvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

dezangbrilvogelm

  1. (zangvogels) Zosterops japonicus  een zangvogel uit de familie van brilvogels. Volgens een in 2018 gepubliceerd moleculair genetsich onderzoek behoort de bergbrilvogel met bijbehorende ondersoorten ook tot dit taxon
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'zangbrilvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.